zondag 28 februari 2010

Weekendmuziek

Giacinto Scelsi - Aion 1


Field Music - In Context


Forbidden - Step By Step

zaterdag 27 februari 2010

4 mei 2010: Day Against DRM


De Free Software Foundation (FRF) heeft 4 mei 2010 uitgeroepen tot Day Against DRM. Op deze dag zal er door de FSF en zusterorganisaties wereldwijd aandacht worden gevraagd voor de problemen van digitale restricties op content. Op de website Defective By Design wordt een opsomming gegeven van een decennium met DRM-restricties, maar ook succesvolle protesten daartegen.



Field Music - Measure

Het nieuwe album Measure van Field Music zat deze week in het nieuwe muziekaanbod voor de bibliotheek. Na lezing van een uitstekende recensie op Kindamuzik was het besluit tot aanschaf snel genomen. En dat je het dan persoonlijk ook nog eens een waanzinnig album vindt is de spreekwoordelijke krent in de pap.



vrijdag 26 februari 2010

23 dingen #4: web 2.0

 Web 2.0 is het internet van lezen en schrijven, het ReadWriteWeb. Websites en diensten zijn zo ontwikkeld dat ze dynamisch zijn en, bijvoorbeeld in het geval van wiki's, openstaan voor contentbijdragen van gebruikers. Om aan deze voorwaarden te kunnen voldoen moet elke drempel die deelname belemmert worden weggenomen, zowel voor de ontwikkelaars als voor de gebruikers. Open standaarden dus.

Voor talloze op zichzelf staande diensten werkt dat al uitstekend. En uitwisseling ertussen is ook, zij het in bescheiden mate, mogelijk. Embedden van een Youtube-filmpje in een blog? Geen probleem. Integreren van een Twitter-feed in je gebruikerspagina op Facebook of LinkedIn? Zo geregeld. Je bent als gebruiker echter nog steeds verplicht om verschillende websites te bezoeken. Vanzelfsprekend kan je de tijd die je hieraan vroeger besteedde deels ondervangen met een goed functionerende RSS-feed, maar voor het lezen van bijvoorbeeld de comments bij een artikel is surfen naar de originele bronsite vereist.

Van de week las ik dankzij een tweet het artikel Coming soon: the disruptive molecular age of information. In het stuk voorziet de auteur een internet waarbij alle data (blogs, foto's, mp3's, tweets, etc.) in zodanige mate van tags voorzien zijn dat er altijd een koppeling tussen mogelijk is. Je kan je voorstellen dat content en gebruiker automatisch samenkomen, bijvoorbeeld op een netwerksite als Facebook. Op dit soort netwerksites vindt namelijk de interactie tussen de gebruiker met familie, vrienden, bekenden en collega's plaats. Het nieuwe internet draait daarom niet meer om websites, maar in toenemende mate om de plaatsen waar gebruikers en content samenkomen.En het bezoek aan dit soort sites stijgt explosief.

JESS3 / The State of The Internet from Jesse Thomas on Vimeo.


In het geval van een bibliotheek is het denkbaar dat er een bibliotheek-Facebookpagina (of ongeacht welke andere netwerksite) is die toegang geeft tot de catalogus of tot een feed met nieuwe aanwinsten. Vanzelfsprekend op basis van metadata van de content en gebruikersgegevens van de klant. Een stapje verder, maar allerminst onmogelijk, is het op basis van deze informatie aanbieden van links naar te lenen (digitaal) materiaal. Wanneer de infrastructuur hierin voorziet zijn de mogelijkheden eindeloos.

zondag 21 februari 2010

Digitaal muziekaanbod en persoonlijke touch


In mijn vorige blogpost Mag het downloaden iets menselijker ben ik niet ingegaan op de rol die de bibliotheek daarbij zou kunnen spelen. Dat spreekt voor zich, want muziek downloaden van een bibliotheekwebsite is momenteel nog niet mogelijk, tenminste niet op een in mijn ogen gebruiksvriendelijke manier. De muziek uit de catalogus van de Centrale Discotheek Rotterdam, ontsloten via Muziekweb, heeft DRM en is slechts beperkte tijd houdbaar. Consumentenervaringen uit het verleden hebben wel aangetoond dat dit een kansloze strategie is.

En dit is jammer, want zowel als gebruiker en als aanbieder weet ik dat het aanbod van de CDR uniek is. Toen de bibliotheek voor mij zo'n 15 à 20 jaar geleden de voornaamste bron van muzikale kennis was, maakte ik via een vriendelijke bibliothecaris, Dale Carr, kennis met de catalogus van de CDR. Uit een la onder de uitleenbalie van de bibliotheek in Groningen werd een dik boekwerk tevoorschijn gehaald dat voor mij geruime tijd de poort naar bestaande, maar tot dat moment door mij nimmer gevonden muziek zou zijn. Een soort muziekbijbel eigenlijk. De betrokkenheid van Dale maakte dat het zoeken naar muziek een waar avontuur werd, voor hem waarschijnlijk evenzoveel als voor mij. Resultaat was zelfs het organiseren van muziekavonden, waarbij we elkaar en anderen kennis lieten maken met onze collecties. Persoonlijk dus.

In de bibliotheek te Leeuwarden heb ik vandaag de dag dezelfde ervaring, maar dan als aanbieder. Nog steeds zijn bibliotheekgebruikers aangenaam verrast door het aanbod van de CDR. Het enige verschil is dat de catalogus zich niet meer bevindt in een boekwerk onder het bureau, maar op het web. En gebruikers stellen het ook (nog steeds) op prijs dat zij in hun zoektocht worden bijgestaan door een deskundig iemand, al ware het alleen maar om de euforie te delen wanneer die ene bijzondere opname aanwezig is. En het gebruik is onveranderd: van puur individueel tot het gebruik van opnames voor muziekavonden.

Mijn eerdere roep om meer menselijkheid is dus iets wat door de bibliotheek ingevuld wordt. Grote uitdaging is dan om te kijken of deze persoonlijke touch ook binnen (of naast?) een downloadservice gerealiseerd kan worden.

Mag het dowloaden iets menselijker?


Het internet opent muzikale deuren. Ik ontdekte dat toen ik begon met studeren en via nieuwsgroepen in contact kwam met mensen die mijn persoonlijke smaak deelden. Hierdoor werd ik geattendeerd op een fenomeneen dat ik slechts als buitenstaander kende: tapetraden. De werkwijze was simpel. Via een website, Tape Trader Network, konden contacten gelegd worden met gelijkgestemde zielen en werden lijsten met beschikbare muziek uitgewisseld. Vervolgens was er een ruilprincipe op van toepassing. Ik wil dit van jou en dan krijg jij dat van mij. Voor alle duidelijkheid: het betrof hier geen reguliere uitgaven, maar opnames van concerten, interviews, radioprogramma's etc. Officiële releases waren eenvoudigweg niet toegestaan.En, oh ja, alles op cassettes.
Via het network kon ik daardoor een ruime collectie van Frank Zappa- en Britse 70's progrock bootlegs opbouwen en deze vervolgens weer ruilen met andere verzamelaars. Elke keer als er weer een bubbeltjesenvelop op de deurmat plofte was weer een spannend feestje. Zou de opname zo goed zijn als beloofd? Was dit het concert van die langverwachte eerste keer dat nummer X of Y live uitgevoerd werd? Liet in dit interview de zanger echt het achterste van zijn tong zien?

Een band die op het Tape Trader Network ruimschoots vertegenwoordigd was, was The Grateful Dead. In een artikel in The Guardian van dit weekend worden zij aangehaald als visionairs van het web. Door hun fans, de Deadheads, te stimuleren in het opnemen van liveconcerten en deze met elkaar uit te wisselen, voorzag de band dat zij hiermee haar eigen promotie verzorgde. In tegenstelling tot het beperken van fans in hun uitwisseling van muziek trachtte de The Dead hen juist te prikkelen concerten te bezoeken, de meest waanzinnige live-opnames te maken en deze in omloop te brengen. De band spon vervolgens garen bij de verkoop van merchandise doordat concerten steevast uitverkocht waren. Geen tunnelvisie wat betreft het verkopen van albums dus, maar het bieden van een totaalervaring (fanmeetings, concerten, uitwisseling van bootlegs, merchandise én albumverkoop).

In hetzelfde Guardian-artikel wordt David Bowie aangehaald die in 2002 stelde dat muziek
"is going to become like running water or electricity"
Hij voorzag, met andere woorden, een wereld waarin muziek alomtegenwoordig zou zijn. Op elke plek, op elk moment de muziek waaraan iemand behoefte heeft. De opkomst van streaming diensten als Spotify en YouScrobble zijn hiervan sprekende voorbeelden.

Het overal kunnen krijgen wat je hebben wilt heeft voor mij echter ook een keerzijde. Er is namelijk niets leuker dan iets te vinden waarnaar je lang hebt moeten zoeken of moeite voor hebt gedaan. Of waaraan een persoonlijk verhaal of boodschap vastzit. Een puur menselijke eigenschap lijkt me.

Afgelopen weekend wisselde ik via Rapidshare muziek uit met een vriendin die ik lang niet meer had gesproken, maar met wie ik altijd een muzikale verwantschap deelde. Het werkte volgens het aloude principe ik iets voor jou en jij iets voor mij. Resultaat is dat we schitterend materiaal aan onze verzamelingen hebben toegevoegd, maar daar vanzelfsprekend ook over communiceren. Dat beetje menselijkheid zou ook opgenomen worden in al die innovatieve muziekdiensten. Alsof je een download ervaart als die op de deurmat neerploffende bubbeltjesenvelop.

Muziekservice Guvera: het merk is de zender


Wired trok mijn aandacht met het bericht Free, Ad-Supported Music … With a Twist. Onderwerp is de Australische muziekdienst Guvera en haar verdienmodel in het bijzonder. Guvera laat adverteerders namelijk hun merk verbinden met een muziekkanaal. Dit betekent dat een bepaald kanaal geheel is aangekleed met de uitstraling van het merk, maar daar staat tegenover dat er geen commercials worden vertoond. Luisteren zonder hindernissen dus, temeer daar het gebruik gratis is.
Voorwaarde voor het slagen van de dienst is vanzelfsprekend de bereidheid van merken zich in te kopen. Zonder merk geen muziek. De dienst wordt in de VS vanaf 30 maart gratis aangeboden aan in eerste instantie 100.000 gebruikers en heeft al flink wat startkapitaal opgehaald.

Interessant is natuurlijk de vraag in hoeverre niet-mainstream muziek binnen dit model een kans maakt en wel om twee redenen: ten eerste dient er een merk te zijn dat kapitaalkrachtig genoeg is een zender te 'branden' en ten tweede dient een nichepubliek haar weg te vinden naar een site die commercie met een grote C schrijft. Het is in ieder geval goed te zien dat de markt van vrije download- en streamingsites erg in beweging is.

zaterdag 20 februari 2010

Weekendmuziek

Johnny Cash - Ain't No Grave


Giacinto Scelsi - "Uaxuctum", Part One


György Ligeti - Lontano

vrijdag 19 februari 2010

ACTA for dummies


Internet Evolution heeft een artikel geplaatst waarin Cory Doctorow stap voor stap uiteenzet hoe ACTA (Anti-Counterfeiting Trade Agreement) tot stand is gekomen, waarheen het leidt en waarom het elke internetgebruiker treft. Een samenvatting daarvan, plus enkele ontwikkelingen die binnen Nederland spelen.


1. Wie?
Internationale copyrightverdragen werden altijd behandeld binnen het WIPO (World Intellectual Property Organization). Omdat deze organisatie gelieerd was aan de Verenigde Naties betekende dit dat bijeenkomsten openbaar waren. Naast vertegenwoordigers van de entertainmentindustrie, auteursrechtorganisaties en overheden konden hierdoor ook belangenverenigingen ten behoeve van privacy, internetrechten etc. hierbij als toehoorder danwel controleur aanwezig zijn. Nadat door kritische geluiden uit de laatste groep een voorgesteld verdrag sneuvelde besloot men de onderhandelingen achter gesloten deur te voeren.

2. Waarover?
In eerste instantie betreft ACTA het bestrijden van piraterij. Denk daarbij aan nagemaakte medicijnen, kleding of andere stoffelijke goederen. Gaandeweg het proces is het hieraan nauw verwante onderwerp copyright & het internet aan de orde gekomen. Critici stellen dat het oorspronkelijke uitgangspunt van ACTA door een lobby van de entertainmentindustrie gekaapt is.

3. Probleem?
Het begrip kopiëren betekent op het internet echter heel wat anders dan hetgeen in de auteurswet bedoeld wordt. Bijna elke handeling op het internet betreft namelijk het maken van een kopie. Dit zou betekenen dat alle vormen van informatie, uiteenlopend van kunst en cultuur tot sport, politiek en wetenschap tot het domein van copyrightwetgeving gaat behoren. Vanzelfsprekend staat dit de vrije verspreiding van kennis en informatie in de weg.

4. Regulering?
In tot op heden uitgelekte verslagen van de onderhandelingen wordt beschreven dat de ISP's (internet service providers) toezicht zouden moeten houden op het gedrag van hun klanten. Hierbij zou de zogenaamde three strikes-maatregel van toepassing moeten zijn: na het driemaal overtreden van de regels overtreden wordt de dader afgesloten van het internet. De consequenties hiervan zijn verstrekkend: wat als de vermeende overtreding op een school plaatsvindt? wat als de overtreding geen overtreding blijkt? En ongetwijfeld de meest discutabele: moeten bedrijven optreden als regulator?

 3. Stand van zaken?
Burgerrechtenorganisaties, leden van het Europees Parlement
en zelfs de Consumentenbond, hebben inmiddels aangegeven openheid te willen wat inzake ACTA besproken wordt. Als antwoord hierop volgt slechts de 'gerustelling' dat nationale afspraken op het gebied van auteursrechtovertreding niet met voeten getreden zullen worden. Gezien de verschillen per land op dit terrein lijkt dat een loze belofte. Inmiddels is ook duidelijk geworden dat binnen een verdrag gemaakte afspraken waarschijnlijk niet door een parlement teruggedraaid kunnen worden. In Nederland betekent dat bijvoorbeeld dat het al dan niet instemmen met een downloadverbod (Commissie Gerkens) door de afspraken binnen ACTA geen betekenis heeft. De Nederlandse parlementsleden lijken daarmee de dreigende consequenties van ACTA te onderschatten.

4. Hoe verder?
De eerstvolgende bespreking achter gesloten deuren vindt in april plaats in Nieuw-Zeeland. Hieraan lijkt weinig te veranderen. De recente afwijzing door het Europees Parlement van de Amerikaanse eis inzage te krijgen in Europese bankgegevens biedt gelukkig wat hoop. De vraag is echter hoe sterk de industriële lobby in Brussel al gevorderd is.

donderdag 18 februari 2010

23 dingen #3: Flickr

Om maar met de deur in huis te vallen: ik heb geen Flickr-account. Eigenlijk heb ik daarvoor maar één goede reden: ik ben geen fotograaf. Weliswaar heb ik enkele jaren geleden wel eens een poging gedaan me in te schrijven, maar ik werd gelijk al afgeschrikt door de verplichting een Yahoo-account aan te maken, alvorens er gebruik van Flickr kon worden gemaakt. Daar had ik geen zin in.

Dat neemt echter niet weg dat ik als niet-accounthouder geen gebruik van Flickr maak. Zo heb ik bijvoorbeeld drie jaar geleden voor een groep Duitse en Nederlandse collega's een presentatie gehouden waarin ik bepleitte dat het centrum voor kunsteducatie waarbij ik toen werkzaam was een mobiele digitale werkplaats zou moeten aanschaffen en exploiteren. Hiermee zouden we, voorzien van ons eigen instrument, net zoals een viooldocent miniviooltjes en een schilderdocent verf en kwasten, nieuwe media-onderwijs naar scholen brengen. Omdat wij nog niet over deze werkplaats beschikten moest ik ergens anders beeldmateriaal vandaan halen. Afgezien van enkele screenshots is al het materiaal afkomstig van Flickr. Dankzij presentatietool Slideshare onderstaand een weergave van de Keynote-presentatie die ik toen gaf.

Wat me nog te binnen schoot was het debat rondom de Obama-als-Joker-foto.


Deze foto, in Photoshop geconstrueerd door de 20-jarige student Firas Alkhateeb, werd door Flickr vanwege vermeende auteursrechtschending verwijderd. De vraag is echter nog steeds of dit terecht is. De Electronic Frontier Foundation denkt in ieder geval sterk te staan wanneer het gebruik onder de term fair use voor de rechter zou komen. Naar aanleiding van de controverse heeft Flickr wel haar beleid inzake het verwijderen van foto's aangepast.

Los hiervan toont het verder aan dat ook het hergebruik van bestaande materialen op sites als Flickr door al dan niet rechthebbenden met argusogen wordt bekeken.