Het internet opent muzikale deuren. Ik ontdekte dat toen ik begon met studeren en via nieuwsgroepen in contact kwam met mensen die mijn persoonlijke smaak deelden. Hierdoor werd ik geattendeerd op een fenomeneen dat ik slechts als buitenstaander kende: tapetraden. De werkwijze was simpel. Via een website, Tape Trader Network, konden contacten gelegd worden met gelijkgestemde zielen en werden lijsten met beschikbare muziek uitgewisseld. Vervolgens was er een ruilprincipe op van toepassing. Ik wil dit van jou en dan krijg jij dat van mij. Voor alle duidelijkheid: het betrof hier geen reguliere uitgaven, maar opnames van concerten, interviews, radioprogramma's etc. Officiële releases waren eenvoudigweg niet toegestaan.En, oh ja, alles op cassettes.
Via het network kon ik daardoor een ruime collectie van Frank Zappa- en Britse 70's progrock bootlegs opbouwen en deze vervolgens weer ruilen met andere verzamelaars. Elke keer als er weer een bubbeltjesenvelop op de deurmat plofte was weer een spannend feestje. Zou de opname zo goed zijn als beloofd? Was dit het concert van die langverwachte eerste keer dat nummer X of Y live uitgevoerd werd? Liet in dit interview de zanger echt het achterste van zijn tong zien?
Een band die op het Tape Trader Network ruimschoots vertegenwoordigd was, was The Grateful Dead. In een artikel in The Guardian van dit weekend worden zij aangehaald als visionairs van het web. Door hun fans, de Deadheads, te stimuleren in het opnemen van liveconcerten en deze met elkaar uit te wisselen, voorzag de band dat zij hiermee haar eigen promotie verzorgde. In tegenstelling tot het beperken van fans in hun uitwisseling van muziek trachtte de The Dead hen juist te prikkelen concerten te bezoeken, de meest waanzinnige live-opnames te maken en deze in omloop te brengen. De band spon vervolgens garen bij de verkoop van merchandise doordat concerten steevast uitverkocht waren. Geen tunnelvisie wat betreft het verkopen van albums dus, maar het bieden van een totaalervaring (fanmeetings, concerten, uitwisseling van bootlegs, merchandise én albumverkoop).
In hetzelfde Guardian-artikel wordt David Bowie aangehaald die in 2002 stelde dat muziek
"is going to become like running water or electricity"Hij voorzag, met andere woorden, een wereld waarin muziek alomtegenwoordig zou zijn. Op elke plek, op elk moment de muziek waaraan iemand behoefte heeft. De opkomst van streaming diensten als Spotify en YouScrobble zijn hiervan sprekende voorbeelden.
Het overal kunnen krijgen wat je hebben wilt heeft voor mij echter ook een keerzijde. Er is namelijk niets leuker dan iets te vinden waarnaar je lang hebt moeten zoeken of moeite voor hebt gedaan. Of waaraan een persoonlijk verhaal of boodschap vastzit. Een puur menselijke eigenschap lijkt me.
Afgelopen weekend wisselde ik via Rapidshare muziek uit met een vriendin die ik lang niet meer had gesproken, maar met wie ik altijd een muzikale verwantschap deelde. Het werkte volgens het aloude principe ik iets voor jou en jij iets voor mij. Resultaat is dat we schitterend materiaal aan onze verzamelingen hebben toegevoegd, maar daar vanzelfsprekend ook over communiceren. Dat beetje menselijkheid zou ook opgenomen worden in al die innovatieve muziekdiensten. Alsof je een download ervaart als die op de deurmat neerploffende bubbeltjesenvelop.
1 opmerking:
De een-na-laatste alinea dekt het voor mij het best. Dat staat zwaar onder druk nu, maar is voor mij -nog steeds- de kern.
Een reactie posten