dinsdag 6 april 2010

Technologie in de bieb en de ontbrekende Waarom-vraag


Omdat ik nog maar een half jaartje rondloop als medewerker van een bibliotheekorganisatie kan ik me nog bijna dagelijks laten verrassen. Met het digitale domein als mijn voornaamste aandachts- en interessegebied zijn me vooral dáárbinnen een aantal zaken opgevallen. De meest opvallend is het ogenschijnlijk ontbreken van een visie waarom bepaalde technologische ontwikkelingen, bijvoorbeeld de Apple iPad en de Microsoft Surface Table, binnen de bibliotheek een plek verdienen. Hiermee bedoel ik dat ik niet inzie waarom voornoemde producten bijna blindelings worden ingezet voor nieuwe diensten, of dat er een heilig vertrouwen bestaat in de toegevoegde waarde ervan, want ze doen ongetwijfeld dat wat de consument ervan lijkt me verlangen. Wel plaats ik grote vraagtekens bij de bouwstenen ervan en de wijze waarop ze functioneren. DRM en gesloten platformen voor software-ontwikkeling als .Net staan mijns inziens namelijk haaks op het basisprincipe van bibliotheekwerk: het fungeren als plaatselijke toegangspoort tot kennis, waartoe de toegang vrij en onbeperkt is.

De financiele implicaties neem ik hierbij nog niet eens in ogenschouw, maar leveranciersafhankelijkheid (vendor lock-in) en een voor gebruikers/klanten gunstige prijsontwikkeling liggen zeker niet in elkaar verlengde. De bekostiging van deze producten en diensten met publiek geld (want daarvan zijn we als bibliotheek toch afhankelijk) is hiermee onwenselijk. Het principe pas toe of leg uit zoals dat bij het werken met open standaarden bij de Rijksoverheid van toepassing is zou wat mij betreft ook binnen bibliotheekland gemeengoed moeten worden. Ik kan me niet voorstellen dat het bureau NOiV niet met bibliotheken zou willen samenwerken om dit van de grond te krijgen.

Maar goed, terug naar waar het mij om te doen is: ik ben verrast door het enthousiasme waarmee iPad en Surface door bibliotheken lijken te worden omarmd. Ook tijdens UGame ULearn werd hiervoor door verschillende sprekers een warm pleidooi gehouden, hiertoe nog eens gestimuleerd door vragen uit het publiek hoe bibliotheken de iPad zouden moeten inzetten. Deze vraag op zich had natuurlijk al teruggekaatst moeten worden, want waarom blijkbaar al weten welk product te willen gebruiken, maar niet te weten waarvoor precies? En de essentiele vraag waarom de iPad ingezet zou moeten worden werd helemaal niet gesteld. Ditzelfde geldt overigens voor de MS Surface.

Een antwoord op de waarom-vraag is misschien ook niet echt te vinden zonder dat daarbij alternatieven in ogenschouw genomen moeten worden. Waarom de iPad en niet een alternatief? Waarom € 10.000,- spenderen aan een Surfacetafel in plaats van besparen op een open source-alternatief als Cubit en dit geld gebruiken voor zinvolle en duurzame (lees: open) softwareontwikkeling? Het antwoord op de laatste vraag dat ontwikkelen in .Net eenvoudiger is vind ik kortzichting en geeft wat mij betreft aan dat een lange termijn visie ontbreekt, al was het alleen maar dat de programmeertaal alleen onder een Windowssysteem functioneert. Eventuele toekomstige alternatieven die gebruikmaken van bijvoorbeeld Linux zullen noodgedwongen alle software opnieuw moeten laten ontwikkelen. Een ronduit onverstandige keuze dus, zeker wanneer in ogenschouw genomen wordt dat er binnen het bibliotheekwerk verstandig met geld omgesprongen moet worden. In Innovatie met Effect wordt het scherp geformuleerd:
"Uitgangspunt moet zijn dat elke lokale bibliotheek kan profiteren van wat met centrale innovatiegelden is ontwikkeld. Het is ongewenst dat innovatiegelden worden besteed aan het ontwikkelen van eenzelfde product of dienst op meer dan één plek tegelijk. De centrale regie moet waarborgen dat met centrale middelen gesubsidieerde innovaties generiek toepasbaar en inpasbaar zijn voor de lokale bibliotheken, en dat alleen de meest kansrijk geachte producten of diensten landelijk worden uitgerold."
Ikzelf lees dit als een uitnodiging in ieder geval gebruik te maken van open standaarden. Het gebruik hiervan zou daarmee een deel van het antwoord op de waarom-vraag moeten zijn. De creatieve invulling van hierop ontwikkelde applicaties en toepassingen is pas stap twee en de indien benodigde keuze voor hardware stap drie. Het lijkt nu alsof we in de omgekeerde richting redeneren en werken en onszelf in een positie manoeuvreren waaruit het moeilijk ontsnappen is.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten